Zet die laptop weg en kijk elkaar aan

Het moet afgelopen zijn met vergaderingen waarbij smartphones en laptops meer aandacht vragen dan de vergadering zelf. Dat vindt auteur en NLP-trainer Robin Stevens. In deze aflevering van de Werkprofessor: zo bouw je diepgaande relaties die je helpen aan betere resultaten op je werk.

Volgens Stevens is het te simpel voor woorden: als mensen hun laptops en telefoons even op de gang leggen en de tijd nemen om met de juiste aandacht in een vergadering te gaan zitten, bereiken ze veel meer. Toch doen de meeste mensen precies het tegenovergestelde. Waarom lukt het niet om dat te doorbreken?

Neem even de tijd

De eerste vraag blijft altijd: vind je datgene wat je gaat doen écht belangrijk? Is het antwoord daarop ‘ja’, dan is het belangrijk je goed voor te bereiden. Niet alleen door bijvoorbeeld de stukken voor een vergadering te lezen, maar juist ook door jezelf mentaal klaar te stomen. Bedenk van tevoren wat je gaat doen en wat je wil bereiken en zorg dat je hoofd zo leeg mogelijk is van andere afleidingen.

Lichaamstaal is maar een symptoom

Heb je een belangrijk gesprek? Bedenk dan dat hoe je klinkt of overkomt slechts een uiting is van een onderliggend gevoel. Stel jezelf de vraag met welke emotie je jouw doel het beste gaat bereiken. Klinkt dat ingewikkeld? Stevens wijst op een mooie oefening: geef je lichaam de ruimte om je echte emotie te voelen en wacht tot die wat afzwakt. Ga daarna op zoek naar een situatie of persoon die je doet denken aan de gewenste emotie. Stel je vervolgens voor hoe je het gewenste gesprek met die persoon zou voeren en pas dat toe op de echte situatie.

Wat bedoel je met dat woord?

Taal is een essentieel onderdeel van communicatie. Van veel woorden weten we wat een ander ermee bedoelt. Toch gebruiken we op de werkvloer ook woorden die voor iedereen anders zijn. Neem het woord ‘aandacht’. Aandacht is voor iedereen iets anders. Stevens oproep: ‘Praat erover, vraag de andere wat hij of zij ermee bedoelt en zorg dat je elkaar begrijpt. Heb aandacht voor elkaar en kijk elkaar eens wat vaker aan. Zo maak je verbinding.’